Mazelen

Mazelen is een zeer besmettelijke infectie veroorzaakt door het mazelenvirus. Kenmerken zijn hoge koorts, vlekjes en rode ogen (conjunctivitis). Het kan vooral bij zuigelingen en mensen met verminderde weerstand ernstig verlopen.

Meestal via druppelinfectie vanuit de neus- en keelholte van de patiënt.
Andere besmettingswegen:

• Direct contact.
• Indirect contact (handen, deurknoppen).
• Verspreiding via de lucht door druppelkernen.

4 dagen vóór tot en met 4 dagen na het begin van de vlekjes.

De incubatieperiode van expositie tot begin van de prodromale fase duurt 7 tot 14 dagen (gemiddeld 10 dagen). De incubatieperiode van expositie tot begin van het exantheem bedraagt 7 tot 18 dagen (gemiddeld 14 dagen).

Medewerkers in de directe patiëntenzorg krijgen actief een vaccinatie aangeboden wanneer zij niet of onvoldoende beschermd zijn. Bij aanstelling wordt gescreend of je gevaccineerd bent of mazelen hebt doorgemaakt. Twijfel je of je via het Rijksvaccinatieprogramma (sinds 1978) bent gevaccineerd? Vraag dan je vaccinatiegegevens op via https://rijksvaccinatieprogramma.nl/vaccinatiebewijs.
Ben je niet zeker of je mazelen hebt doorgemaakt? Neem dan het initiatief om bij de arbodienst een antistoftiter te laten bepalen. Zo weet je zeker dat je goed beschermd bent.

Mazelen is zeer besmettelijk. Er is een besmettingsrisico aanwezig als je, onvoldoende beschermd, in dezelfde ruimte bent geweest met een besmettelijke bron, tot zelfs 2 uur nadat de bron vertrokken is.

Iedereen die niet (volledig) gevaccineerd is of nog geen mazeleninfectie heeft doorgemaakt.

• Niet gevaccineerde jonge kinderen.
• Bij een hogere leeftijd.
• Personen met een onderliggend chronisch lijden.
• Personen met een verzwakte immuniteit.
• Zwangeren.

Risico op verdere verspreiding is zeer groot en moet zo goed mogelijk beperkt worden op alle afdelingen.

Afhankelijk van het isolatiebeleid van je umc; FFP2-masker, spatbril, handschoenen, isolatiejas, zie verder SRI-richtlijn Isolatie.

In geval van reëel besmettingsrisico bij medewerkers die niet of onvoldoende beschermd zijn, is vervolgactie nodig. Onvoldoende beschermd wil zeggen: niet of onvoldoende gevaccineerd of mazelen niet doorgemaakt. Overweeg een spoed-antistofbepaling bij twijfel over de mate van bescherming.

Als er geen beschermende antistoffen zijn: werkverbod in het ziekenhuis op dag 3-18 na laatste expositie om verdere verspreiding te voorkomen. Als het kan zo spoedig mogelijk na contact een BMR-vaccinatie.

Overweeg bij medewerkers die een risico hebben op ernstig verloop immunoglobuline toe te dienen. Dit in overleg met de behandelend arts.

• Mazelen | LCI-richtlijn RIVM
• Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg | LCI-richtlijn RIVM
• SRI-richtlijn Isolatie