Aanschaf

Het register als leidraad

In het umc worden dagelijks tal van stoffen en preparaten aangeschaft en gebruikt. Maar valt een stof of mengsel onder de gevaarlijke stoffen of niet? En welke regels gelden bij het werken met de stof? Niemand kent alle voorschriften uit het hoofd. Doe daarom het volgende als u een nieuwe stof aanschaft.

  • Controleer of een stof of preparaat onder de gevaarlijke stoffen valt. Hiervoor kunt u te rade gaan op respectievelijk de volgende plaatsen:
    • de landelijke NFU-databank gevaarlijke stoffen van de gezamenlijke umc's;
    • in het register Gevaarlijke Stoffen waarover elk UMC dient te beschikken;
    • bij de leverancier die verplicht is om bij elke eerste levering een veiligheidsinformatieblad (VIB) mee te leveren;
    • bij uw arboadviseur.
  • Bekijk aan de hand van de risico’s of alle noodzakelijke procedures, voorschriften en voorzieningen aanwezig zijn, zoals de juiste opslagfaciliteit, een afzuigvoorziening, specifiek inperkingniveau ende benodigde afvalstroomvoorzieningen. Is dit niet het geval, tref dan de nodige maatregelen. Weet u niet welke dat zijn, neem dan contact op met uw arboadviseur.

Hebt u al stoffen in gebruik die niet in het register staan, laat deze dan alsnog opnemen.

Hoe minder hoe beter

Vóór de aanschaf van een gevaarlijke stof geldt:

  • Ga na of vervanging door een minder gevaarlijke stof mogelijk is;
  • Bestel niet meer dan strikt noodzakelijk;
  • Bestel altijd via de juiste kanalen;
  • Beoordeel of u in het geval van kleine hoeveelheden gebruik kunt maken van voorraden van andere afdelingen;
  • Hebt u een vergunning nodig voor de gevaarlijke stof;
  • Zijn er andere wettelijke eisen, zoals;
  • Zijn er eisen in het kader van CBRN, zoals dual-use stoffen, precursoren voor explosieven.

Wilt u Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) gebruiken, dan bent u verplicht deze te vervangen door minder gevaarlijke alternatieven als dit technisch of medisch mogelijk is. ZZS-stoffen zijn onder meer kankerverwekkende, mutagene of reproductietoxische stoffen (CMR-stoffen), stoffen die (zeer) persistent, bioaccumulerend en toxisch (PBT- of zPzB-stoffen) zijn. De actuele lijst ZZS-stoffen kunt u vinden via het zoeksysteem van het RIVM.

Het etiket als handwijzer

U kunt aan een stof of mengsel niet zien wat het is en of het gevaarlijk is. Daarom zijn de etiketten op de verpakking zo belangrijk. Voldoet een etiket niet aan de eisen of als er ook maar enige twijfel bestaat over de inhoud van de verpakking, neem dan contact op met de leverancier.

Twee soorten etiketten

Voor januari 2009 waren de uitgangspunten van het gevaarsetiket vastgelegd in twee Europese richtlijnen, de Stoffenrichtlijn en de Preparatenrichtlijn. Sinds januari 2009 is de CLP-verordening van kracht.

De afkorting CLP staat voor Classification, Labelling and Packaging of substances and mixuters. Deze verordening draagt zorg voor de invoering van wereldwijde afspraken over het geharmoniseerde systeem voor indeling en etikettering van chemische stoffen en mengsels op basis van de gevaareigenschappen.

Het wereldwijde systeem wordt GHS (Globally Harmonised System) genoemd. De Europese variant van het GHS is het EU-GHS. Sinds 1 december 2010 gelden de nieuwe regels voor enkelvoudige stoffen. Voor mengsels wordt de indeling gevolgd vanaf 1 juni 2015. Beide regelingen kennen een overgangsperiode.

Met ingang van 2012 mogen de enkelvoudige stoffen geen oude etiketten meer hebben. Gevaarlijke stoffen in de vorm van mengsels mogen tot 1 juni 2017 nog voorzien zijn van de oude oranje etiketten. Zie voor extra informatie Veiligheidsinformatie / Etikettering.

De nieuwe verplichte gevaarpictogrammen zijn zwarte pictogrammen geplaatst in een rood omrande witte diamant. Op het etiket staan naast de pictogrammen de zogenaamde nieuwe H- en P-zinnen die in de plaats zijn gekomen voor de oude R- en S-zinnen.

  • H-zinnen (Hazard, gevaaraanduiding).
  • P-zinnen (Precautionary, voorzorg / veiligheidsaanbeveling).
  • Het signaalwoord 'Gevaar' of 'Waarschuwing'.
  • Indien toepasselijk aanvullende informatie.

GHS-pictogrammen

De oude verplichte gevaarsymbolen zijn zwart met een oranje / gele achtergrond. Deze etiketten worden dus vervangen door de nieuwe GHS-etiketten. Op het etiket staan naast de symbolen de R- en S-zinnen.

  • Risk(R)-zinnen;
  • Safety(S)-zinnen;
  • Bijzondere gevaarsaanduiding (bijvoorbeeld ‘let op: bevat lood’).

Uitvoering etiketten

Voor etiketten geldt:

  • Ze moeten onuitwisbaar, goed zichtbaar en duidelijk leesbaar zijn aangebracht;
  • De gebruikte taal op het etiket is in principe het Nederlands. Stoffen voor laboratoriumgebruik met een verpakking van minder dan één liter mogen een etiket in het Engels, Duits of Frans hebben.

Informatie etiketten

Op het etiket moet staan:

  • De naam, het adres en het telefoonnummer van de leverancier;
  • De nominale hoeveelheid van de stof of het mengsel tenzij de hoeveelheid elders op de verpakking wordt vermeld;
  • De productspecificatie: de stofnaam en een zogenaamd identificatienummer;
  • Indien van toepassing: gevarenpictogrammen, signaalwoorden, gevarenaanduiding, veiligheidsaanbevelingen en een rubriek met aanvullende informatie.

Uitvullen, ompakken, leidingen e.d.

  • Bovenstaande eisen gelden ook bij het uitvullen van grote naar kleinere verpakkingen en bij het zelf samenstellen van oplossingen voor algemeen gebruik. Dit vindt plaats bij de apotheek en in laboratoria;
  • Bij ompakken of samenstellen van oplossingen voor individueel gebruik gelden andere regels;
  • Etikettering en signalering van reservoirs, leidingen en vul- en tappunten vindt u bij 'Opslag'.