Aandachtspunten bedpanspoeler

Bij het gebruik van bedpanspoelers gelden de volgende aandachtspunten:

  1. De volle bedpannen en urinalen moeten zonder morsen kunnen worden geplaatst.
  2. Het is zeer aan te bevelen de bedpanspoeler ook geschikt te maken voor bokalen, emmers uit postoelen, braakbekkens etc., zodat deze niet handmatig behoeven te worden geleegd. Zonodig wordt de bedpanspoeler op dit punt door de leverancier aangepast.
  3. Bedpan en urinaal worden bij bovenladers mechanisch geleegd nadat de bedpanspoeler is gesloten. Bij voorladers treedt het keermechanisme al tijdens het sluiten in werking. Er mogen tijdens het sluiten van de deksel geen spatten buiten de waszone terecht komen.
  4. Er wordt altijd een volledig programma gedraaid.
  5. Bedpanspoelers moeten adequaat reinigen. Dit houdt in dat bedpannen en dergelijke na een spoelbeurt vrij zijn van cytostatica (of andere gevaarlijke stoffen). Voor dit doel wordt het voorgeschreven reinigings- en ontkalkingsmiddel (eventueel gecombineerd) gebruikt.
  6. De bedpanspoelers zijn te desinfecteren conform de gestelde eis. Na de reiniging volgt een thermische desinfectie van minimaal 20 seconden bij 85 °C. Na desinfectie is het aantal micro-organismen zodanig verlaagd dat het risico van urinale overdracht van micro-organismen is te verwaarlozen.
  7. De bedpanspoeler zelf wordt uitwendig regelmatig (bijvoorbeeld wekelijks) schoongemaakt door een medewerker, met speciale aandacht voor de rubber afdichting.
  8. De bedpanspoeler wordt periodiek (jaarlijks) onderhouden en gevalideerd. De validatie geldt zowel voor het spoelen als de desinfectie.
  9. Geef bij de technische dienst aan dat urine in deze pospoeler cytostatica bevat, zodat zij bij storingen de juist voorzorgsmaatregelen nemen.
  10. De loopafstand naar de bedpanspoeler moet zo klein mogelijk zijn. Er moet dus op elke afdeling een bedpanspoeler ter beschikking staan. (Niet een bedpanspoeler op een andere afdeling gebruiken).

Aanschaf en technisch onderhoud vallen onder verantwoordelijkheid van de technische dienst. De afdeling is echter verantwoordelijk voor de machine. Wijs binnen de afdeling een verantwoordelijke medewerker aan, houd een logboek bij en maak afspraken met de technische dienst over plaatsing, controle en onderhoud. Storingen worden na melding direct verholpen.