Varicella (waterpokken)

Varicella (waterpokken) wordt veroorzaakt door het varicellazostervirus (VZV). Na het doormaken van waterpokken blijft het virus in het lichaam achter zonder actief te zijn.

Gordelroos (herpes zoster) ontstaat wanneer het waterpokkenvirus (VZV), dat na een eerdere infectie in het lichaam achterblijft, opnieuw geactiveerd wordt op een specifieke plek. Ongeveer 95% van de Nederlandse bevolking is beschermd.

Waterpokken: koorts, malaise, en een jeukende, blaasvormige huiduitslag die begint op de romp en zich verspreidt naar het gezicht en de ledematen.

Gordelroos: pijnlijke, huiduitslag met blaasjes, meestal beperkt tot een dermatoom.

• Waterpokken: via druppels en slijmvliescontact met het vocht uit blaasjes van een geïnfecteerde persoon.
• Gordelroos: direct contact met vocht uit blaasjes van een geïnfecteerde persoon.

1-2 dagen voor het verschijnen van de uitslag tot alle blaasjes zijn ingedroogd.

10-21 dagen (meestal 14-16).

Er is vaccinatie beschikbaar. Het vaccin mag niet tijdens de zwangerschap worden toegediend.

In Nederland heeft 95% van de bevolking antistoffen, bescherming is levenslang.

• Zwangeren: bij primaire infectie een verhoogd risico op ernstige complicaties zoals varicellalongontsteking.
• Foetus: risico op congenitaal varicellasyndroom, huidlittekens, neurologische afwijkingen en afwijkingen van ledematen. Met name bij maternale infectie voor 20 weken.
• Pasgeborene: moeders die zichtbare waterpokken ontwikkelen 7 dagen voor of 7 dagen na de bevalling.

Er zijn geen specifieke risicogroepen te identificeren met een verhoogd risico voor het oplopen van een infectie.

• Personen met een onderliggend chronisch lijden.
• Personen met een verzwakte immuniteit.

Ongeveer 95% van de Nederlandse bevolking is beschermd en iemand is al besmettelijk voordat ziekteverschijnselen optreden.

Zie SRI-richtlijn isolatie. Afhankelijk van het isolatiebeleid van je umc; chirurgisch IIR-mondneusmasker, handschoenen, schort of isolatiejas. Bij aerosolvormende handelingen FFP2-masker en spatbril.

Bij eerder doorgemaakte waterpokken is er geen vervolgactie nodig. Als de waterpokken niet eerder zijn doorgemaakt: onderzoek naar de aanwezigheid van antistoffen tegen het waterpokkenvirus. Als niet-immune zwangeren zijn blootgesteld, overweeg dan toediening van immunoglobuline (zo spoedig mogelijk, uiterlijk na 10 dagen). Neem hiervoor contact op met je arbodienst.

• Waterpokken | LCI-richtlijn RIVM
• Gordelroos | LCI-richtlijn RIVM