Uitleg over biologische agentia
Pagina-inhoud
Biologische agentia zijn kleine organismen zoals bacteriën, parasieten, schimmels, virussen en hun producten. Ook genetisch aangepaste varianten (GGO’s) vallen hieronder. Infectieziekten verspreiden zich van een bron naar een mogelijk slachtoffer (gastheer). Mensen verspreiden biologische agentia bijvoorbeeld door te hoesten, via de handen, bloed of ontlasting. Meestal zijn deze biologische agentia niet schadelijk. In een ziekenhuis is de kans groter om in aanraking te komen met biologische agentia die wel schadelijk zijn voor de gezondheid.
Risicocategorieën
Biologische agentia zijn volgens de Arbowet ingedeeld in vier risicoklassen op basis van:
- de schadelijke effecten op de gezondheid
- de kans dat ze voorkomen
- het bestaan van een goede manier om de ziekte te voorkomen (profylaxe) of te behandelen
Categorie 1: een agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij mensen een ziekte veroorzaakt.
Categorie 2: een agens dat bij mensen een ziekte kan veroorzaken en een risico voor medewerkers kan zijn; het is onwaarschijnlijk dat het zich onder de bevolking verspreidt; er is meestal een goede manier om de ziekte te voorkomen of te behandelen.
Categorie 3: een agens dat bij mensen een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot risico voor medewerkers is; het kan zich onder de bevolking verspreiden, maar meestal is er een goede manier om de ziekte te voorkomen of te behandelen.
Categorie 4: een agens dat bij mensen een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot risico voor medewerkers is; het kan zich makkelijk onder de bevolking verspreiden; meestal is er geen goede manier om de ziekte te voorkomen of te behandelen.
Lees meer over de risicoklassen op het Arboportaal.