Hepatitis C

Ziektebeeld

Het hepatitis C-virus (HCV) kan een leverontsteking (hepatitis) veroorzaken. Het merendeel van de acute HCV-infecties verloopt zonder of met slechts milde aspecifieke klachten. Slechts 30-50% rapporteert vermoeidheid, milde griepachtige symptomen, misselijkheid, overgeven, donkere urine en/of verkleurde ontlasting en buikpijn. Zonder behandeling slaagt 15-40% van de HCV-geïnfecteerden erin binnen 6 maanden het virus kwijt te raken. De overige 60-85% wordt chronisch drager van het virus.

Besmettingsweg

Hepatitis C-besmetting vindt plaats door contact met verontreinigde menselijke lichaamsvloeistoffen op niet-intacte huid of slijmvliezen ontstaan door prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten.

Besmettelijke periode

Het bloed van een HCV-geïnfecteerde is infectieus zolang er in het bloed virus (HCV-RNA) aantoonbaar is. Dit kan al 1 week na de besmetting het geval zijn.

Incubatietijd

Tijd tussen besmetting en klachten: gemiddeld 7 weken, spreiding van 2-26 weken.

Vaccinatiebeleid

Vaccinatie tegen hepatitis C is niet mogelijk.

Besmettingsrisico

Er is besmettingsrisico aanwezig als er contact mogelijk is met bloed of andere lichaamsvloeistoffen door prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten. Beschreven kansen op overdracht bij een prikaccident met HCV-positief bloed lopen uiteen van 0 tot 10%, afhankelijk van het type prikaccident. Zie de Landelijke richtlijn Prikaccidenten. Geschat wordt dat er per prikaccident een kans van 1,9% is op HCV-overdracht; dit is lager dan voor HBV en hoger dan voor hiv.

Verhoogde kans op (werkgerelateerde) infectie

(Para)medisch personeel (inclusief tandartsen) dat veel invasieve handelingen verricht (bijvoorbeeld gynaecologen), heeft een verhoogde kans op infectie met HCV.

Verhoogde kans op ernstig beloop

  • Bij hogere leeftijd op tijdstip van infectie.
  • Chronisch leverlijden en (voormalige) injecterende drugsgebruikers.
  • Hiv-positieve personen.
  • Dialysepatiënten.
  • Bij een co-infectie met hiv of hepatitis B.

Risico op verdere verspreiding

(Para)medisch personeel dat veel invasieve handelingen verricht (bijvoorbeeld gynaecologen).

Beschermende maatregelen

  • Naaldsystemen voorzien van een veiligheidsmechanisme waarbij de gebruikte naald (automatisch) wordt afgeschermd.
  • Naaldcontainer binnen handbereik.
  • Spatbril, gelaatsbescherming, disposable handschoenen.

Beleid na onbeschermde blootstelling

De wond goed laten doorbloeden en spoelen met water of fysiologisch zout. Vervolgens de wond desinfecteren met een huiddesinfectans. Bij besmetting van de slijmvliezen direct en zo goed mogelijk spoelen met water of fysiologisch zout.

Volg verder het protocol van de zorginstelling waar je werkt. Neem zo snel mogelijk, in elk geval binnen twee uur, na het accidenteel bloedcontact (telefonisch) contact op met de bedrijfsarts/deskundige waarbij melding van een accident belegd is.

Iedere organisatie waarbij medewerkers blootgesteld kunnen worden aan het HCV, moet een protocol hebben voor prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten waarin geregeld is dat een medewerker 24 uur per dag een deskundige kan raadplegen voor een risicoschatting van het incident en de benodigde vervolgstappen zoals beschreven in de Landelijke richtlijn Prikaccidenten van het RIVM.