Gezond roosteren

Maak het rooster in goed overleg met de medewerker, zodat het optimaal aansluit bij zijn of haar natuurlijke bioritme (ochtend- of avondmens) en privésituatie.

  • Maak roosters van maximaal 34 tot 38 uur per week, afhankelijk van de zwaarte van het rooster.
  • Beperk de duur van de nachtdienst bij voorkeur tot maximaal 9 uur, inclusief pauzes.
  • Volg de roosterrichtlijnen in de Arbeidstijdenwet en de Cao umc en beperk het aantal uitzonderingen.
  • Pas waar mogelijk de vuistregels van gezond roosteren toe; zie gezond roosteren.
  • Stimuleer het teamroosteren. Maak duidelijke afspraken voor het roosterproces en probeer zo veel mogelijk rust in de onregelmatigheid met elkaar te realiseren.
  • Zorg voor een voorspelbaar roosterpatroon. Vermijd ad hoc aanpassingen en ontmoedig dat medewerkers diensten onderling ruilen. Zo voorkom je ongunstige roosters.
  • Rooster met de klok mee (voorwaarts roterend), met voldoende hersteltijd tussen de diensten: tenminste 48 uur vrij na een serie nachtdiensten.
  • Rooster niet te veel nachtdiensten achter elkaar in, bij voorkeur maximaal 2-3.
  • Evalueer periodiek het gerealiseerde rooster samen met de planner en medewerkers op het toepassen van de regelgeving, het roosterproces en de ervaren gezondheid.