Bedrijfshulpverlening

Medewerkers van de BHV zijn getraind in het omgaan met calamiteiten met cytostatica:

  • zetten besmette gebied direct af (afzetlint, zo nodig afsluiten en/of ontruimen ruimte etc.);
  • gaan pas over tot actie als gemorst cytostaticum bekend is en bekend is wat een geschikte strategie is (informatie bijvoorbeeld via verpleegkundige, apotheker, contactpersoon afdeling etc.);
  • kunnen de ernst van de situatie juist inschatten en schalen zo nodig op;
  • schakelen zo nodig (specialistisch) schoonmaak(bedrijf) in;
  • zijn bekend met het gebruik van inactivatiemiddelen (weten waar deze te verkrijgen zijn, via noodset, beschikbaar op afdeling, via apotheek etc.);
  • stellen zeker dat alle benodigde materialen voorhanden zijn, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, inactivatiemiddelen, noodset, specifiek ziekenhuisafval vat, geschikte schoonmaakmaterialen, juiste instructies/procedures etcetera;
  • stellen zeker dat alle betrokken personen zijn ingeschakeld en op de hoogte zijn van wel/niet te ondernemen acties en wanneer;
  • communiceren adequaat;
  • zijn zich bewust van risicomomenten, namelijk risico van verspreiden van de cytostatica, bijvoorbeeld door de besmette plek heen lopen, druppelen van cytostatica bij lopen naar de douche (bij persoonlijke blootstelling), niet correct gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen etc. en weten dit te voorkomen;
  • handelen de calamiteit/incident correct af, door registratie en evaluatie van de werkwijze volgens procedures in het betreffende umc.

BHV'ers hebben de beschikking over de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen (vanuit noodset en/of op afdeling):

  • FFP2-masker;
  • veiligheidsbril;
  • handschoenen (van een zwaardere kwaliteit dan medische handschoenen en die uiteraard bestand zijn tegen cytostatica);
  • disposable schort/overall;
  • disposable slofjes.

In geval calamiteiten met poeders:

  • P3-masker (of ademlucht);
  • disposable overall.

Een calamiteit met poedervormige cytostatica kan gebeuren op de apotheek waar de cytostatica voor toediening gereed gemaakt worden. En op sommige laboratoria, waar met poedervormige cytostatica wordt gewerkt. Gebruik waternevel (plantenspuit) om het poeder te laten bezinken. Nadat het poeder is neergeslagen, de besmette oppervlakten zo mogelijk inactiveren met een geschikt inactivatiemiddel en daarna (of direct) schoonmaken met water en met een neutraal schoonmaakmiddel. Alle besmette kleding, inclusief P3-masker afvoeren als besmet afval in het SZA-vat. Let op dat bij het uittrekken van beschermende kleding schone handen niet opnieuw in aanraking komen met de besmette buitenkant van de kleding. Eventueel kunnen de kleding en/of de ademluchttoestellen worden schoongespoeld (met water).